Haal de deur uit het kozijn en plaats deze op de werkbank. Maak een markering op de deur waar het raam moet zijn. Het glas moet een bepaalde opening hebben en het uitgesneden gat mag niet te strak zijn. Voeg daarom 5 mm toe aan de ondertekende omtrek. Als uw raam bijvoorbeeld 400 mm lang en 300 mm hoog is, markeer dan een gebied van 405 x 305 mm. Gebruik vierkante vierkanten om ervoor te zorgen dat uw omtrek vierkant is. Voor de zekerheid kun je twee diagonalen meten. Als ze even lang zijn, kan worden vastgesteld dat de hoeken vierkant zijn. Gebruik nu de puzzel om het gemarkeerde gebied buiten de deur te zien. Voordat u gaat zagen, kunt u een gat boren waar de zaag doorheen kan.
Snijd de hoekplaat op de juiste maat en verstek. De dikte van de lamellen is afhankelijk van de dikte van de deur. U kunt de diepte van de lamellen berekenen door het volgende op te tellen: de dikte van het glas, de afstand tussen de twee kitvoegen en de dikte van de lamellen. Alles moet netjes passen in de uitgesneden ruimte binnen de dikte van de deur. Zet de lamellen vast met spijkers en houtlijm zodat je een rechtopstaande kant krijgt. De andere kant wordt later op dezelfde manier geplaatst. Dit vormt een frame en het glas kan tussen de frames worden aangesloten. Controleer bij het maken van de eerste lijst of het glas geschikt is, gebruik eventueel een glassnijder om het glas op maat te snijden. Dicht de achterkant van de hoeklatten af met afdichtingstape. Dit onderdrukt de trillingen van het glas.
Dicht de binnenkant van de raamlamellen af en plaats het glas op de lamellen. Herhaal nu de vorige stap aan de andere kant om de andere kant van het frame te voltooien. Om het af te dichten, plakt u afdichtband op het profiel en plakt u dit stevig (maar niet te strak) op het glas. Verwijder overtollige kit onmiddellijk met een vochtige doek.